Infosteel: ‘Hoofdzetel van TMVW’

In opdracht van TMVW water-link werd in Gent een nieuw kantoorgebouw opgetrokken. Het pand beslaat circa 10.000 m2 over vier bouwlagen en werd gerealiseerd met een stalen hoofddraagconstructie. Opmerkelijk is dat voor het eerst in België werd gebruik gemaakt van Slimline-vloeren met een overspanning van 16,2 m.

Voor de architectuur en het concept klopten de opdrachtgevers aan bij het Gentse bureau signum+ architects. Uitgangspunt was een globale aanpak waarbij werd rekening gehouden met duurzaamheid, ecologie en economie. ‘Met beperkte middelen en op een slimme manier trachten om te springen met de voorhanden zijnde grondstoffen voor een maximaal resultaat’, verwoordt ir. architect Donald Desmet de aanpak. Het nieuwe kantoorgebouw bevindt zich in een binnengebied, centraal op de site van de TMVW en heeft vier bouwlagen: één ondergronds parkeerniveau, een gelijkvloerse verdieping op het maaiveld en twee kantoorlagen.

Energieprestaties

Zeer belangrijk in het ontwerp waren de conceptuele keuzes met een directe impact op de energieprestaties. Het gebouw is één compact blok van 42 x 60 m. Er werd berekend dat de compactheid voor 15% verantwoordelijk is voor het EP-peil van gebouwen. In casu werd hier een E-peil gerealiseerd van 39, een voortreffelijke waarde.

Een tweede essentieel punt heeft betrekking op de isolatie. Die bedraagt 23 cm onder de vloerplaat en 20 cm op het dak. Voor de ramen werd een 1.1 beglazing gekozen met zonwerende eigenschappen. Openheid en transparantie waren andere kapitale punten waar de architecten aandacht aan schonken. Het gebouw is opgetrokken in drie modules van 16,20 – 10,80 en 16,20 m en voor het overige kolomvrij, wat ervoor zorgt dat het daglicht overal diep in het kantoorlandschap binnenstroomt en de ontwerp- en gebruiksvrijheid
maximaal is. Dat daglicht wordt verder geoptimaliseerd door de lichtfiltering van het zonwerend glas en lichtstuursystemen via lamellen.

Op de ondergrondse verdieping werd de parking ondergebracht, samen met wat technische ruimtes, archief en ICT-voorzieningen.

Het gebouw werd uitgerust met een warmtepompsysteem – 32 boringen tot 130 m diepte – dat voor 70% instaat voor alle warmte- en koelbehoeften. Het E-peil van 39 werd gerealiseerd met een compacte en bescheiden installatie in de betonplaat op de vloer en in het plafond. Andere zones worden behandeld door luchtgroepen en warmtepompen die actief op passief warmte of koude uit de grond halen.

Transparantie en flexibiliteit

De gelijkvloerse verdieping bestaat vooraan uit een centrale inkom met een atrium dat het daglicht vangt, trappenhuizen en parking. Enkel
de smalle module wordt hier ingevuld voor onthaalfuncties. Het atrium zorgt voor de verticale verbinding, licht en transparantie en vervult
tevens de circulatiefunctie. Alle kantoren kunnen op die manier ook genieten van visueel contact en daglicht.

Naast een grote transparantie ging de aandacht naar flexibiliteit. Die vinden we zowel terug op de eerste en tweede verdieping, waar de grote overspanningen niet onderbroken worden door vaste elementen. De kolommen zorgen ervoor dat het landschap vrij invulbaar is. De binnenwanden kunnen om het even waar geplaatst worden en de technische installatie is volledig modulair. Maar die flexibiliteit heeft ook zijn prijs. Op de hoeken kunnen geen vaste lokalen geïnstalleerd worden.

Op de eerste verdieping bevindt zich een tweede atrium. Naast kantoorruimte werd hier ook plaats voorzien voor verplaatsbare boxen waar informeel overleg kan gepleegd worden. De bovenste verdieping biedt plaats aan de raadszaal en kantoren. Net als op de eerste verdieping zijn hier zowel vloer- als plafondverwarming voorzien. De luchtbehandeling werd centraal op het dak geïnstalleerd.

Vloerconcept

Voor dit kantoorgebouw werd voor het eerst in België gebruik gemaakt van het Slimline vloerconcept. ‘Eén van de uitgangspunten bestond erin het materiaalgebruik te beperken door op zoek te gaan naar een lichte structuur’, aldus Donald Desmet. ‘De vloerplaat bestaat uit breedplaatvloeren met twee liggers waarvan de onderzone is geactiveerd. Het geheel is akoestisch onderbroken en
alle techniek is vlot bereikbaar. De vloer is slechts 72 cm dik en daarin zit alles verwerkt.’ Voor het ontwerp van de staalstructuur en de
vloerelementen werd rekening gehouden met het Cradle to Cradleprincipe, een strategie voor product- en procesinnovatie waarbij het sluiten van materiaalkringen centraal staat. Door gebruik te maken van dit vloertype, kon voor het kantoorgebouw in Gent 40 cm volume per verdieping worden bespaard. De totale winst voor het gebouw bedraagt zo 1,20 m in de hoogte. Doordat de leiding in de vloer verwerkt zitten is de bereikbaarheid in de eigen juridische ruimte een stuk makkelijker dan wanneer ze onder het plafond worden gehangen. De toepassing van bouwdeelactivering – klimaatleidingen in de betonvloer – en betonkernactivering – thermisch comfort – zijn essentieel in dit project.

Firma Cordeel verkreeg van Slimline Buildings een eenmalige licentie voor dit project. ‘We konden op de know-how en het kenniscentrum van de firma rekenen voor het uitwerken van dit procédé dat toch nieuw was voor België’, zegt projectleider Gunter Vandevelde. ‘Het is een zelfdragende vloer op twee steunpunten waarbij de liggers overspannen en de belastingen afdragen naar de onderliggende hoofddraagconstructie. Op zich eenvoudig maar toch leek de opdracht complexer dan op het eerste gezicht toescheen. Het bekomen van een eenmalige licentie houdt risico’s in naar timing, budget, kwaliteit en veiligheid en vereist specifieke aandachtspunten en maatregelen.’ Alles samen werd in het project van TMWV 1.000 ton staal van staalkwaliteit S355 verwerkt. Driehonderd IPE 600-liggers met een overspanning van 16,20 m vormden de basis van het geheel. Cordeel realiseerde zelf de opleghandjes en openingen evenals de spinnetjes. De gaten werden projectgebonden gerealiseerd, waarna de wapening aan de liggers werd gelast en de  betonkernactivering aangebracht. Ten slotte werden de prefabelementen gebetonneerd. De opbouw van de staalstructuur liep parallel met de prefabelementen. Van zodra de elementen klaar waren, werden ze met zware kranen op hun geheel in de staalskeletstructuur ingepast. Een klein huzarenstuk als men weet dat deze 16,20 m lange en 2,4 m brede platen 12 ton wegen. Om redenen van timing werden de kolommen en het staalskelet in één stuk opgebouwd. De ganse operatie werd binnen de geplande tijd tot een goed eind gebracht, mede dankzij de optimale werkvoorbereiding van de studieafdeling, de coördinatie met de productieafdeling en een uitgekiende projectorganisatie.